03. Bouwel – Olen (17,2 KM)
Wist je dat het woord Lei verwant is met ‘leiden’ en dat betekent dan ‘doen gaan’ of ‘aanvoeren’. Vergelijk met ‘waterleiding’ water dat naar een bepaalde plaats gevoerd wordt. Een LEI is een typisch Zuid-Nederlandse benaming voor een laan, maar ik zie het vooral terug in Vlaanderen. En zo ook hier, want stap je de trein uit, dan volg je de Stationlei in de richting van Grobbendonk.
Het is misschien niet de schoonste start die je kunt hebben. Langs druk verkeer, over een snelweg, een kanaal, en langs de nodige bedrijvigheid. Je moet er wat voor over hebben om in ‘t sas uit te komen. Er is weer zicht op de Kleine Nete, maar dat zicht verlies je weer, om later weer terug de Kleine Nete te ontmoeten en slinger maar gerust mee door dit prachtig natuurgebied.
Bij Herentals duik je de stad in, richting het station en het stadspark van Herental. Het heet echt zo, maar is niet veel groter dan een rotonde. Het Begijnhof van Herentals mag er wel wezen. Het bestaat uit één enkele straat, waarlangs een park gelegen is, met daarin een begijnhofkerk. Het is bijna een filmset. Verderop ligt nog een groen park waar je doorheen komt.
En de spoorlijn? Die ligt er ook nog. Mooi moment om die eens een tijdje te gaan volgen tot Olen. Let wel op enthousiaste fietsers, want er wordt flink getrapt hier. Op de pedalen dan wel te verstaan. En de verrassing? Die moet nog komen, aangekomen bij het station vind je daar in het voormalig stationsgebouw ‘t Stationneke, een goed bierencafé waar je graag de trein voor laat missen (geloof mij maar). Zowel de dorstige bierliefhebber als treinliefhebber komt hier graag.